FACING TWENTY TWENTIES

MARTIJN TE WINKEL & ASTRID DE PAUW

FACING TWENTY TWENTIES

Facing twenty twenties is het vervolg op een eerdere samenwerking van de kunstenaars Astrid de Pauw en Martijn te Winkel. Die eerdere samenwerking resulteerde in het project Drawing Room en in 2019 in het drieluik The Soothing Self. In Drawing Room nodigden de kunstenaars het publiek uit om een gesprek aan te gaan en samen te tekenen. Het resultaat waren twee grote wandtekeningen en een grote serie monoprints. Met The Soothing Self stelden de kunstenaars het samenwerken zelf ter discussie: wat is het om als kunstenaarsduo te werken en welke sociale conventies worden zichtbaar? The Soothing Self is een zeer persoonlijk drieluik met zelfportretten in dromende toestand.

Facing twenty twenties werd op basis van een eenmalige subsidie van CBK Rotterdam gemaakt in het kader van ondersteunende maatregelen voor beeldende kunstenaars in tijden van corona. De kunstenaars formuleerden in de aanvraag de context als volgt: “Samenwerken in de intimiteit van een klein atelier, in nabijheid van elkaar, geeft ruimte om kwetsbaar te zijn en je open te stellen voor een kritische wijze van kijken. Door die emoties te verbeelden, doorbreken wij sociale conventies van samenwerken van kunstenaars op zich, maar ook het man-vrouw beeld dat in de huidige maatschappij nog altijd dominant is.”

Uitgangspunt voor de werken die vanuit deze samenwerking zouden ontstaan was dus het ‘verbeelden van emoties’. Enerzijds zitten we als samenleving in een crisis waarin we alle emoties die de pandemie oproept nog niet goed kunnen beoordelen. Anderzijds proberen we als kunstenaars intensief met elkaar om te gaan en vanuit die samenwerking naar mensen om ons heen te kijken, naar de ander te kijken. Hoe geven we vorm aan de verbeelding van die samenwerking en aan die blik naar buiten? Hoe verbeelden we op dit moment ‘de basale emoties van medemensen tijdens de coronacrisis’?

De acht werken van Facing twenty twenties zijn deze keer niet gemaakt in elkaars permanente aanwezigheid; de kunstenaars werkten nu om en om aan de doeken: het niet opgespannen doek werd afwisselend door een van de kunstenaars bewerkt. Aan het slot van het proces werd door de kunstenaars wel samen in één atelier aandacht besteed aan de afwerking. Toch zijn de werken geen collage van verschillende motieven van twee uiteenlopende kunstenaars geworden; de doeken zijn opgebouwd uit elkaar doordringende lagen waarin het individuele handschrift is verdwenen. De manier van samenwerken is aan ‘action painting’ verwant.

Uitgangspunt was, zoals gesteld, het verbeelden van emoties. Emoties worden gekoppeld aan kleuren. Het was geen vooropgezet doel om daarvoor portretten te gebruiken, dat ontwikkelde zich tijdens het werkproces. De opgave om vanuit de samenwerking een blik op de buitenwereld te werpen en daarbij de basale emoties te verbeelden die de coronacrisis beheersen, leidde op een bepaald moment tot de keuze voor zeven portretten.

MARTIJN TE WINKEL - MAAKT gelaagde werken die zich tussen het abstracte en het figuratieve bewegen. Zijn schilderijen en werken in gemengde techniek zijn een uitdrukking van het maakproces. Hij laat de reflex om te manipuleren los en laat associaties ontstaan door de fysieke handelingen van het schilderen en teken. Zijn werken hebben hierdoor een onvoorspelbaar karakter. Te Winkel wil dit onzichtbare, associatieve maakproces zichtbaar maken. Hoewel in zijn werken vaak bestaande beelden te ontdekken zijn, vormden deze niet het uitgangspunt. Juist het ontstaan van nieuwe beelden staat centraal. Door beeldelementen te hergebruiken door ze bijeen te brengen of juist uit elkaar te trekken, komt Te Winkel tot een abstracte beeldtaal met een verhalend karakter. Beeld boven: tekening op papier, 50 x 70 cm, courtesy Zerp Gallery

ASTRID DE PAUW - AL tekenend overdenkt Astrid de Pauw intermenselijke relaties. Zijzelf is regelmatig onderwerp van die verbeelding alsmede de mensen die dicht om haar heen staan. De Pauw begint een nieuw werk met lichte potloodlijnen en werkt deze uit totdat het grafiet bijna door het papier heen komt. Daarna keert ze het proces om en tekent ze een gegumde versie tot het moment dat de juiste verstilling is gevonden. In haar monoprints tekent De Pauw juist met met directe en trefzekere lijnen. Op dun, bijna doorschijnen rijstpapier toont zij haar gedachtes, dromen en observaties in blauw inkt. Duizend van deze tekeningen zijn gebundeld in haar vuistdikke kunstenaarsboek I forgot my dream. In 2018 begon De Pauw ruimtes te tekenen, als imaginaire kamers voor haar eerder geportretteerde tekeningen onder de titel Drawing Rooms. Beeld boven: Blindfold, tekening op Chinees papier, 30 x 24 cm.